Anna en Jakob Hamers
Gestorven door uitputting
Anna Maria Josepha Hamers (24), geboren te Bocholtz 10 maart 1921 als oudste dochter uit het gezin Hamers-Claessens. Een broer van haar was Jacob Hamers (1924-1946). Zij was in 1942 ingetreden als kloosterzuster Emaria bij de Missiezusters ‘Dienaressen van de H. Geest’ (teSteyl en Baexem). In 1944 moest ze met de terugtrekkende Duitsers mee naar het front om er Duitse soldaten te verplegen. Na het einde van de oorlog keerde ze ziek terug naar Nederland en werd ze opgenomen in het ziekenhuis van Kerkrade.
Daar werd ze door de kloosterzusters verpleegd op een gesloten afdeling.
Ze overleed te Kerkrade op
29 december 1945.
Jakob Hamers (22), geboren 7 april 1924 te Bocholtz als zoon in het gezin Hamers-Claessens. Na werkweigering in de mijn moest Jakob in het kader van de rigide Arbeitseinsatz naar Duitsland om er te werken in de fabrieken. Hij schuwde het daar niet te protesteren tegen het gebrek aan voedsel en toen men hem gemaand had om harder te werken, liet hij weten dat Hitler de oorlog nog niet gewonnen had. Het leverde hem een afranseling op. Na de tewerkstelling in Duitsland keerde hij in maart 1945 broodmager en uitgeput, te voet terug. Hij werd verpleegd in het sanatorium in huize Bloemendal in Vaals. Aanvankelijk werd de kans op herstel nog reëel geacht en werd er een aanvraag gedaan voor een uitkering ten behoeve van oorlogsslachtoffers daar het ouderlijk gezin met een ziekelijke vader als metselaar geen inkomsten meer had. De kosten voor verpleging kwamen voor rekening van het Rijk, maar de kosten voor het levensonderhoud van het gezin niet.
Jakob Hamers overleed in Vaals op 9 augustus 1946 aan de gevolgen van de besmettelijke ziekte tuberculose.